donderdag 9 juni 2011

Een loodzwaar onderwerp II

Dit keer heb ik een mooie primeur op nuttig en fraai. De aanleiding van dit al is de weeshuis-merklap uit Bristol die velen van jullie in Handwerken zonder Grenzen nummer 164 hebben gezien. In dat nummer zie je de gehele lap die in 1881 door F. Edwards in een weeshuis in Bristol gemaakt is, tesamen met het eerste deel van het telpatroon, het gedeelte met de letters.
De lap maakt deel uit van de collectie van Aafke Buurs-Brand. Aafke is als lid van Merkwaardig �n als verzamelaar van prachtig en vaak zeer bijzonder borduur- en handwerk bij veel handwerksters bekend. Niet alleen beheert Aafke een prachtige collectie, ze weet van elk stuk ook nog een mooi stuk geschiedenis te vertellen zoals ook over deze lap.
De bedoeling van de vorige hoofdredacteur van HZG was om het totale patroon in een aantal delen in het tijdschrift te brengen, dit omdat het totale patroon te groot was voor een enkele aflevering. Inmiddels heeft de uitgever besloten om de serie niet voort te zetten. Het totale patroon kun je nu hier opvragen.
Bij de artikelen over de weeshuis-lap is ook een serie bedacht waarbij telkens met onderdelen uit het patroon een nieuwe toepassing bedacht werd. In HZG 164 ging Margreet Beemsterboer aan de slag met de letters uit het bovendeel van de lap en maakte een beschrijving voor een drietal mapjes en etuitjes met daarop spreuken, zogenaamde conversation pieces, spreukjes die uitnodigen tot een gesprek. Je vind deze 'Gekke Letters" vanaf bladzijde 59 van HZG 164.
Nu HZG de artikelserie over de weeshuislap niet verder brengt en de weeshuis-ideetjes evenmin kreeg ik in overleg met Aafke Buurs en Margreet Beemsterboer de gelegenheid om het inmiddels uitgewerkte idee voor HZG 165 hier te laten zien.
Bij het artikel was een Plombe bedacht, voor mij een bekend onderwerp. Het idee ontstond na het bekijken van de 'handwerkbijbel' Encyclopédie des Ouvrages de Dames geschreven door Thérèse de Dillmont uit de bibliotheek van DMC. Omdat dit een blog is en geen artikel van een blad volsta ik met een korte beschrijving en een heleboel grote foto's (klik) waarmee je aan de slag kunt om zelf ook zo'n prachtige plombe te maken.
Naar aanleiding van een vraag van kunsthistorica Sanny de Zoete (zie onder):
In Een loodzwaar onderwerp I heb ik de benaming Plombe gebruikt, de Nederlandse benaming met een 'e' aan het eind. Margreet heeft zich laten inspireren door Thérèse de Dillmont en gebruikt het Franse woord; Plomb, dus zonder die 'e'. Op haar werkstuk heeft ze die benaming ook geborduurd en om die reden heb ik me bij dit blog aan haar benaming aangepast. Het staat natuurlijk ieder vrij om te kiezen welk van de twee benamingen het best past in de zelf te maken plombes.
Werkwijze plomb
* neem een baksteen ( langwerpig of vierkant) en wikkel daar fiberfill omheen. Zet de fiberfill rondom met grote steken vast.
*Naai om de omwikkelde steen een lapje van katoen
De in dit voorbeeld gebruikte benodigdheden voor het borduurwerk zijn:
Borduurstof 100 % linnen, 14 dr/cm, 50×40 cm. DMC mouliné, kleur 814, 6 strengen.
Maak een tekening van de te borduren vlakken en neem de beklede baksteen daarbij als uitgangspunt

*in het voorbeeld werd een extra verhoging gemaakt om het gebruiksgemak te verhogen. Deze verhoging mag maar is niet noodzakelijk.
* Als je je de extra verhoging maakt ga dan als volgt te werk: Borduur eerst het losse lapje voor de verhoging en zet het vervolgens met een open zoomsteek langs de lange kanten en één korte kant op de grote lap vast. Niet vlak erop, maar met een kleine ruimte die daarna gevuld kan worden met fiberfill voordat het laatste korte kantje wordt gesloten.
*Borduur vervolgens de bovenkant en de vier zijkanten. Het patroon van de weeshuis-merklap uit Bristol geeft natuurlijk veel meer mogelijkheden dan in het onderstaande voorbeeld zijn gebruikt. Je kunt er dus helemaal je eigen invulling aan geven.
Benodigdheden voor de plomb zoals gebruikt in het voorbeeld: Karton van 2 mm dikte, lood van 2 mm dikte, lakenstof of vilt in dezelfde kleur als het borduurgaren, zeemleer, boekbinderslijm of houtlijm, een ronde naald.
*Snijdt verschillende laagjes karton op maat van de baksteen. Laat een laagje heel en maak in de andere laagjes ruimte voor het lood. Lijm de verschillende laagjes karton op elkaar om op een totaalgewicht (steen, lood en karton) van ongeveer 3 kg te komen.
*bekleed de laagjes karton met de rode stof (of het vilt)
*Sluit de zijnaden van het borduurwerk en trek het borduurwerk om de beklede baksteen. Zet de beklede baksteen en het beklede karton ( met daarin het lood) aan elkaar. In het voorbeeld is dat gedaan met twee festonsteken per kruisje. Een ronde naald is hierbij een handig hulpmiddel.
*Voor een mooie afwerking: snijd nog een stukje karton (iets kleiner dan die met het lood) en beplak dat met zeemleer. ( zeemleer maakt dat de plomb minder snel zal schuiven). Plak tot slot het karton met zeemleer tegen de onderkant van de plomb.
De plomb is klaar:
Hoe de plomb gebruikt wordt laat deze illustratie uit Thérèse de Dillmont zien:

Geen opmerkingen: