Gisteren was het wasdag dus vandaag is het verstelwerk aan de beurt. Omdat er een gat in mijn zelfgebreide sokken zit ga ik een draad spinnen waarmee ik het gat straks vakkundig dicht maas.
Ik raak de kluts kwijt..ik hebb helemaal geen zelfgebreide sokken en mazen wil ook nog niet lukken...
ik bombardeer vandaag tot verteldag, dat ligt me beter

De ene rokkent wat de ander spint
Het primitieve handspinnen gebeurt met twee gereedschappen: het spinrokken en de konkel.
Het spinrokken is eenvoudig een stok van ongeveer 1,25 m lang, bovenaan voorzien van een natuurlijke gaffel of van een aangebrachte verdikking, om de zwachtel spingoed, hetzij wol of vlas te behouden. De wrong spingoed heet klots of kluts. (Vandaar: de kluts kwijtraken.) Het rokken werd onder de arm of de gordel geklemd.
Het tweede tuig voor het handspinnen is de konkel, ook spil en spindel geheten.
Waaruit bestaat nu de konkel? Uit twee delen: de eigenlijke spil en het spinschijfje. De spil is gewoon een puntig stokje van een 20 cm lang. Zijn ondereind steekt door een schijfje van hard gebakken aarde, ongeveer 3 cm van diameter en 1,5 cm dik. Dit is het spinschijfje. Het dient als vliegwieltje, als de spinster met haar rechterhand de konkel doet draaien. Spinschijfjes komen voor in zowat alle culturen die textielbewerking kennen. Vaak zijn ze fraai versierd en werden ze samen met de naaikorf aan overleden vrouwen meegegeven voor het hiernamaals, zoals vondsten in graven bewijzen.
Maar hoe verloopt het handspinnen nu eigenlijk? In onze streken is het al bijna vijfhonderd jaar verdwenen, maar in de landen van het vroegere Inca rijk spinnen vrouwen hun wol of katoen nog steeds met spinrokken en konkel. Ze gaan al spinnend naar de markt, ze zitten al spinnend bij hun koopwaar. Hier kunnen wij het proces "in levenden lijve" observeren.illustratie: Incavrouw bij het spinnen (16de eeuw) uit de kroniek van Guamén Poma de Ayala. De spinster trekt met de linkerhand vezels uit de kluts of zwachtel spingoed van het rokken en rolt een eindje draad ineen. Dit stukje draad wordt boven aan de spil bevestigd. De rechterhand brengt nu de loodrecht gehouden konkel in beweging. Daardoor wordt de door de linkerhand voortgerolde draad getwijnd, vastgedraaid. Is de draad zo lang dat hij moet worden opgewonden, dan wordt het ene eind met de linkerhand vastgehouden en met de rechterhand bij gestrekte arm in zo goed mogelijk gespannen toestand op de spil gewonden. Handige spinsters kunnen ook dit al lopend doen, door de konkel draaiend te houden.Als slot van het opwinden wordt de draad met een handig knoopje aan het boveneind van de spil bevestigd. Een geoefende spinster kan op een avond tot twaalf spillen vullen.