maandag 24 augustus 2009

Bijrolletje

Nee, lieve dames, ik heb geen rolletje bij de plaatselijke toneelvereniging gekregen, ik ben aan het breien.
Na het breien van Sampler M, de bekende breirol die met een wekelijks patroontje half handwerkend Nederland aan het breien kreeg was het geruime tijd stil hier qua breinaalden en wolletjes. Natuurlijk, ik breide ook nog een drietal HzG shawls in een lekker zijdezachte wol met zijde mengsel maar dat was het dan wel wat betreft mijn breicarrière.
Een paar weken geleden heb ik de balans opgemaakt van mijn souvenir-werkstukjes en ik vond dat er onder andere nog een klein breiwerkje aan ontbrak. Vaak bestaan de breiwerkjes van een Souvenir de ma Jeunesse uit kleine lapjes in tricotsteek die – door de juf voorzien van een gat of snede- door de leerlingen braaf en netjes werden gestopt.
Niets voor mij, evenmin als de kleine miniatuur kledingstukjes die weer andere pronkrollen sieren.

Ik koos dus voor een mini-uitvoering van De breirol en daar heb ik inmiddels een stuk of zeven patroontjes voor gebreid op naalden nr 0.8 (niet in de winkel te koop, maar op bestelling gemaakt). Mijn "wol" is een bolletje DMC perlé nr 12 in wit.
Hier zie je het voorlopige resultaat in een wollepotje

Aan het garenkaartje kun je zien dat het niet zo’n groot werkstukje wordt.

Ander recent Souvenirwerk bestond uit het innaaien van mijn proefje Brussels lintjeskant.Ik was er aanvankelijk niet zo weg van, vond het meer een onderzettertje dan een pronkstukje maar nu hij in een lapje batist is genaaid vind ik het toch wel leuk.

Dat wordt straks mooi als de rode stof van de souvenir er doorheen schijnt. Ik maak nog zo’n klein lintjeskant werkstukje en dat wordt een stukje lager dan dit motiefje in het lapje genaaid. Dat werkstukje wordt met wat bewerkelijker naaldkantsteken gevuld dus daar ben ik vast nog wel eventjes zoet mee.

33 Reacties

zondag 16 augustus 2009

Eulalie

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen, Eulalie bestaat niet, het is een nep-meisje.
Ik had Eulalie al eerder in de gaten en toen ik deze week achter de schermen hoorde dat Maria en Dijn samen met nog wat andere wieven naar van de Moosdijk zouden gaan besloot ik de winkel ook te bezoeken, zij het dat ik in mijn eentje en zonder uitbundige lunch, – zielig nietwaar? – de webwinkel bezocht. Daar zag ik Eulalie weer, ze was in de aanbieding en riep: "bestel mij toch".

Gisteren was ik een dagje in Delft en toen ik thuiskwam lag Eulalie al op de mat te wachten, wat had die een haast om hier te komen ;)

Eulalie, hier zie je haar op de kaft,

prikkelde vooral mijn belangstelling door het gele strikje. Boeken met een geel strikje moeten bijna wel de moeite waard zijn om te bezitten en als er dan ook nog over een Trousseau (huwelijksuitzet) wordt gesproken dan is het erg moeilijk om de handjes van de bestelknop weg te houden.

Het verhaal van Eulalie is verzonnen door de schrijfster als omlijsting voor de tien alfabetten die het boekje bevat. Ondanks mijn gebrekkige kennis van de Franse taal leest het verhaal makkelijk en het is zeker een leuk extraatje bij de inderdaad prachtige monogrammen.

Er zijn grote letters bij, bedoeld voor Frans borduurwerk, borduurwerk in platsteek of in festonsteek, er zijn uitgebreide alfabetten in kruissteek, rijkelijk versierd met takjes en bloemen maar het boekje heeft ook enkele kleine alfabetten zoals het onderstaande, bedoeld voor monogrammen op bijvoorbeeld een zakdoekje:

Er is in het boekje geen beschrijving opgenomen hoe de letters te borduren, dat laat Eulalie aan de fantasie van de handwerksters over. Voor mij is dat geen probleem, ik heb inmiddels wel wat ervaring opgedaan met monogrammen borduren.

Ik denk dat Eulali en ik, ook al is zij niet echt, het heel goed samen kunnen vinden.

In de lijn van het alleraardigste boekje over de Trousseau van Eulalie is het nooit afgemaakte lapje wat ik vrijdag van T kreeg. T en ik zijn bezig met een spannende opdracht en wij waren vrijdag bij elkaar om allerlei werkstukken daarvoor uit te zoeken.
Het lapje hieronder kreeg ik toegeschoven door haar met de opdracht: "maak jij dat maar eens af".

Voorlopig ben ik de kunst nog aan het afkijken met een loep erbij om te kijken hoe de ondergrond van de sierlijke festonrand is opgebouwd (gelukkig laat het onaffe werkstukje daar ook een deel van zien) en ik vergaap me aan de prachtig uitgevoerde letters L en G die op zich ook weer een voorbeeld zijn hoe je zulke letters kunt borduren.

wat kan ik intens genieten van een boekje en een lapje

32 Reacties

maandag 3 augustus 2009

Zuid-westlijn, II

Het is al even geleden dat Dijn en daarna ik de eerste proefjes van onze Zuid-westlijn lap en -lapje lieten zien.
Nu, na anderhalve maand is het tijd om in te stappen en een stationnetje met ons verder te reizen.
Terwijl Dijn me met enige regelmaat op het hart drukt om vooral niet te snel en niet te vaak te borduren, het is tenslotte een stoomlijntje en zij houdt er nu eenmaal van om langdurig op stationnetjes rond te hangen kostte het mij af en toe grote moeite om niet lekker door te stomen.
Soms was het ook letterlijk stomen, want wie gaat er nu met dat warme zomerse weer boven op haar kamertje onder een warme loeplamp zitten broeden ?

Maar goed, ik was net lekker op dreef om ter afleiding dan een Hedebo lap te maken, was het Hedebo-garen op. Dat betekende een kleine week wachten op nieuw garen en ondertussen frummelde ik aan de spoorlap die reuze leuk werd vond ik zelf. Een gealarmeerde Dijn kwam vervolgens per bezemsteel informeren of ik niet teveel deed daar in het westen. Ik kon mijn lapje eerlijk gezegd maar moeilijk wegleggen.
Uiteindelijk kwam wel de Hedebo lap af en – gelukkig voor Dijn- niet mijn zeventiende-eeuws linnen lapje van de Zuid-West lijn.
Het eerste deel van dit Zuid-westlijn verhaal gaat dus voornamelijk over Hoe warm ik was en hoe ver*

Ik borduur mijn lapje met een dun zijden draadje (GÜtermann zijde, op klos) en het linnen is ongeveer 28 draads ( denk ik ;)
Een patroon heb ik niet en dat betekent uren turen in een boek of twee, drie om te ontcijferen welke patroontjes ik goed genoeg kan zien op de vele foto’s.
Een Plan heb ik evenmin dus het is vooral een kwestie van proberen of er kan wat ik wil, of het "historisch" een beetje verantwoord is en vooral is het een kwestie van het zoeken naar evenwicht.
Ik heb voorlopig een verdeling van 2:1 bedacht, dat wil zeggen dat er op de 21 cm breedte 14 cm is gereserveerd voor letters en rechts blijft er dan nog zo’n 7 cm over voor randjes.
Het is de bedoeling dat het lapje uiteindelijk in mijn Souvenir de ma Vie belandt

Mijn eerste rij letters bestaat uit letters in stersteken over zes draadjes. Het is een wonder dat ik daar redelijk aardig ben uitgekomen want ik zag eerlijk gezegd niet heel goed waar ik de naald in moest steken. Omdat het oud linnen is zijn de weefseldraden hier en daar een beetje "flossig" geworden door het vele wassen waardoor het soms niet duidelijk is waar de weefseldraad loopt. Ook zitten er wat onregelmatigheden in het weefsel.
Met een beetje smokkelen en wat slimmigheid heb ik de eerste rij toch tot een goed eind gebracht en daarna was het speuren naar een andere letter voor de tweede rij. De letters in stersteek zijn ongeveer 1.2 cm² groot, de eerste rij bestaat uit de letters A tot en met G

De tweede rij letters borduurde ik in platsteken over drie weefseldraadjes. Deze letters zijn iets groter, ongeveer 1.5 cm hoog en het zijn ook wat bredere letters zodat ik in de tweede rij niet verder kwam dan de letter M.

Vervolgens kwamen de randjes aan de beurt. De bovenste vier randjes zijn van verschillende breedte en geborduurd in platsteek, Holbeinsteek en een enkel stersteekje zo hier en daar.
Na het borduren van het eerste randje leek het wel aardig maar er miste iets.
Nadat ik heel even met een warm strijkijzer (en natuurlijk een dun lapje op mijn borduurwerk) in de weer was geweest ontstond er een klein wonder: het randje kreeg ineens een prachtige glans en het licht begon met het motief van het randje te "spelen".
Ik wist nu dat ik een goede keus had gemaakt met dit garen.

Na vier randjes in platsteek stapte ik over op randjes met stopwerk: draadjes uittrekken, overgebleven draadjes omwikkelen en dan volgens patroon stoppen. Bij het smalle randje komt het patroon wat minder goed uit en dus koos ik voor randje twee een wat hoger patroon.
Dit is de oogst van zes weken borduren, het gaat niet snel maar dat hoeft ook niet. Dijn gaat een enorme lap vullen en ik ben – net als jullie? – heel benieuwd wat zij ons gaat laten zien.

en om Dijn te laten weten dat ik heus, heus niet zo heel veel op mijn kerfstok lapje heb leg ik er speciaal voor haar een rolmaatje bij:

Wat zal Dijntje lekker slapen nu ;)

* wie het verhaal "Hoe warm het was en hoe ver" leest komt daar ook het handwerkattribuutje van het vorige Zuid-west lijn verhaal tegen: de plombe

46 Reacties

zondag 2 augustus 2009

ont-KNOOP-ing

De eer is gered en eeuwige roem voor de winnaar plus……

we lopen nog even het tafereeltje na: er was een lapje

een beeldje vind ik zelf en helaas Basje…niet door mijn gedaen maar door een Hongaars meisje lang geleden. Ik kocht het van een in Duitsland wonende Hongaarse op een brocante in Nederland. Omdat het een schoolletterlapje betreft is de afwerking van de rand en dus ook op de hoeken steeds verschillend. Zo kon het meisje oefenen op meerdere randafwerkingen en had ze later een mooi voorbeeldlapje voor als ze zelf aan de slag zou gaan. Het lapje heeft verschillend geborduurde monogram letters in wit en in rood-wit, de "ronde" letters zijn halfrond gerangschikt rond een bloemetje, de hoekige letters naast elkaar. Aan de onderrand zie je de cijfers 1 tot en met 9 en 0 in Frans borduurwerk. Een prachtig lapje maar er is natuurlijk niets vreemds aan.

Wat hadden we nog meer?
oh ja, een vingerhoedje... Dat bracht velen op het verkeerde been in verband met de afmeting

Hier zie je hem nogmaals en dan rechts in beeld, de linker is een klein "dames-maatje" prima geschikt voor mijn kleine vingertjes en de rechter is een kindermaatje. Natuurlijk weten we allemaal dat er vroeger op vaak zeer jeugdige leeftijd al gehandwerkt werd op de scholen, soms al met zes, zeven jaar maar we realiseren ons dan niet dat daar ook piepkleine vingerhoedjes bij horen.
Ik verzamel op beperkte schaal vingerhoedjes, niet de hoedjes die voor de sier verkocht worden maar wel de nuttige en het liefst degenen die ook daadwerkelijk gebruikt zijn. Dit kindervingerhoedje past daarom goed in mijn verzamelingetje.

Dan hadden we nog het fijne haaknaaldje wat door velen werd aangezien voor een priem.
Priem of haaknaald, dat was op de foto niet te zien maar het maakt niet uit voor de uitkomst: het zijn en waren heel gewone voorwerpjes die in menige naaidoos te vinden zijn:

en om dit haaknaaldje de schande te besparen om nogmaals voor priem te worden uitgemaakt zet ik op haar verzoek haar uiterst fijne puntje op de foto:

en dan rest ons nog het garenkaartje waarover Tineke terecht opmerkte: "zou het het garen kunnen zijn?"

Maar uiteindelijk kwam Annette met de enige echt goede oplossing: "Pip garen, dat heb ik nog niet in de winkel gezien tussen alle andere leuke Pip spullen". Wat jullie hier zien bestaat inderdaad niet, Pip maakt veel maar Pip garen is er echt (nog?) niet.

Hoe zit het dan wel?
In het tijdschrift Flow was een tijdje geleden een vel Pip cadeau papier bij verpakt en daar stond o.a. dit leuke garenkaartje op afgebeeld:

Dit leent zich natuurlijk uitstekend voor een beetje knutselwerk. Een dun kartonnetje erachter, uitknippen met een botte schaar zodat de kniprandjes netjes worden afgerond en tenslotte omwikkelen met een strengetje DMC in een bijpassende kleur en klaar is kees Pip.
* op de foto staat rechts mijn eigen knutselwerkje plus een strengetje garen

Behalve eeuwige roem stuur ik Annette ook een kaartje garen, uit mijn "eigen" collectie :)

35 reacties

zaterdag 1 augustus 2009

Zomaar een leuk plaatje

Is dit zomaar een leuk plaatje met een oud letterlapje en wat handwerkspulletjes of klopt hier iets niet?

19 Reacties